Lees hier onze Pius-blogs!
Via SocialSchools, de website en de schoolgids krijgen onze ouders veel informatie van ons. Wij proberen die informatie kort en bondig aan te bieden, om ouders niet te overvoeren en om duidelijk te communiceren. Bepaalde onderwerpen verdienen echter een groter podium, en een groter wordende oudergroep is geïnteresseerd in de visie achter onze besluiten. Op deze plek kunt u over verschillende onderwerpen een verdiepende blog lezen. Wij horen graag wat u van de verschillende onderwerpen vindt. U kunt uw feedback mailen naar piusx@laurentiusstichting.nl
Blog januari 2022: het digitale rapportfolio
Op de Pius X bieden wij onderwijs volgens een vaste structuur, waarbij we in de ochtend de ‘harde’ vakken zoals rekenen en taal aanbieden volgens EDI (Expliciete Directe Instructie) waarbij de leerkracht het goede voorbeeld geeft en strategieën aanleert. In de middag werken we meer projectmatig zodat kinderen ook kunnen oefenen in vaardigheden die ze later in de maatschappij nodig zullen hebben.
Wij denken op deze manier een mooie balans in ons onderwijsaanbod te hebben. Naast ons onderwijsaanbod vinden we persoonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling en burgerschap ook belangrijke items. Deze laatste twee krijgen vorm via onze methode Kwink. In de persoonlijke ontwikkeling speelt eigenaarschap een grote rol. Als een kind eigenaarschap heeft over zijn/haar eigen leerproces voelt het meer verantwoordelijkheid en kan het beter bewuste keuzes maken. Het vergroot de betrokkenheid, autonomie en het zelfvertrouwen van het kind. Zo houden wij al jaren gesprekken met kinderen, waarbij het kind leert om te reflecteren op het eigen handelen, en zelf doelen te stellen voor de komende periode.
Sinds dit schooljaar werken wij met het digitale ‘Mijn Rapportfolio’, een grote stap in eigenaarschap voor de kinderen, maar ook in de communicatie wat betreft rapportage naar ouders en transparant weergeven van het ontwikkelproces van het kind. Daarbij is het ook nog eens een slag in digitale vaardigheden, omdat kinderen zelf leren om foto’s te maken van hun werk, deze te uploaden en zelf hun portfolio bij te houden. Een belangrijke reden om te gaan werken met ‘Mijn Rapportfolio’ (MRF) is dat wij niet alleen de resultaten belangrijk vinden, maar ook de vaardigheden en het behalen van doelen. Zo krijgt het MRF veel meer inhoud dan het gewone ouderwetse rapport.
De invoering van MRF is zorgvuldig tot stand gekomen door alle mogelijkheden te verkennen met een werkgroep, en door de Medezeggenschapsraad erbij te betrekken. Ook heeft een leerkracht MRF een tijd uitgeprobeerd om te testen en is het helemaal op onze persoonlijke wens ingericht.
De uiteindelijke bedoeling is dat kinderen een mooi totaaloverzicht krijgen van alle doelen en werkjes die ze in hun basisschoolloopbaan hebben gemaakt en behaald van groep 1 t/m groep 8. Altijd in te zien door ouders, maar ook door bijvoorbeeld opa’s en oma’s. Dat geldt dan niet alleen voor de vakken zoals taal en rekenen, maar ook voor muziek, gym, sociaal emotionele ontwikkeling en de creatieve vakken.
Wat is er anders?
Eerst kregen de kinderen 3x per jaar een rapport. Al langere tijd was hier discussie over, met name omdat er in november nog weinig cijfers beschikbaar zijn, en de CITO-resultaten van de middentoetsen eind januari/begin februari beschikbaar zijn. Als het 2e rapport dan eind maart kwam wisten de ouders de resultaten dus pas heel laat. Het team wilde graag naar twee rapportmomenten maar vooral ook meer informatie geven over andere zaken dan cijfers. Uiteindelijk is besloten tot een portfolio wat dus altijd inzage geeft.
In het rapport kreeg u als ouder een gemiddeld cijfer te zien. Dat is nu echt anders, u krijgt nu alle cijfers te zien die uw kind behaalt. Het lijkt wellicht zo dat we nu meer toetsen maar dat is niet veranderd, u ziet nu gewoon alle resultaten.
Op dit moment ligt de nadruk op de cijfers, maar ons streven is om te werken naar doelen, zoals we in ons onderwijs ook steeds doelgerichter gaan werken. Hierbij wordt dan afgevinkt of een kind het doel behaald heeft of niet. Een cijfer is dan minder relevant. Op deze manier kunnen vaardigheden ook beter gecheckt worden zonder er een cijfer aan te hangen. We zijn op weg om op deze manier te werken maar dit gaat nog wel enige jaren in beslag nemen. Ondertussen vinden wij het belangrijk om zo transparant mogelijk alles wat betreft de ontwikkeling van uw kind te rapporteren.
Vertrouwen
Het is even wennen om alle cijfers die uw kind haalt te zien, zeker in de bovenbouw, want dat zijn er heel wat. Wij hebben ook gemerkt dat de meeste kinderen thuis niet alles vertellen. Het kan dan ook even schrikken zijn als u ineens een onvoldoende ziet verschijnen terwijl uw kind hiervoor altijd goede gemiddelde cijfers op het rapport kreeg. Een onvoldoende is geen reden tot paniek, dit cijfer geeft alleen aan dat het doel nog niet is behaald. De leerkracht heeft altijd een plan om het kind verder te helpen om dat doel te gaan bereiken. Het is belangrijk dat u als ouder vertrouwen heeft dat dit ook gebeurt. U hoeft dus niet gelijk na één onvoldoende aan de bel te trekken. Bovendien zet de leerkracht er ook regelmatig een opmerking bij het cijfer.
Naast het vertrouwen in de leerkracht mag u ook vertrouwen hebben in uw eigen kind. Het is op school om te leren, en daar horen fouten maken, onvoldoendes halen en teleurstellingen incasseren bij. Dit is het proces waardoor we leren, ook uw kind. Erg belangrijk, zeker ter voorbereiding op de middelbare school. Wij leren de leerlingen dat fouten maken mag, en dat als je een doel nog niet hebt behaald dat je geholpen om dit doel toch te gaan bereiken. Dit vergroot het zelfvertrouwen en de autonomie van het kind. Als u gelijk bij iedere onvoldoende het gesprek aangaat met de leerkracht doet dat iets met het zelfvertrouwen van het kind. ‘ik kan het dus kennelijk niet en heb mijn ouders nodig om dit op te lossen’. Laat uw kind dit zelf met de leerkracht oplossen!
Maakt u zich uiteraard grote zorgen of ziet u echt een neerwaartse lijn dan trekt u natuurlijk wel aan de bel, en de leerkracht zal dit andersom ook doen.
Tot slot
Aan het MRF worden voortgangsgesprekken gekoppeld. Twee keer per jaar is er een contactmoment met u als ouder. Dit zal zijn in februari en voor de zomervakantie. U heeft permanent digitaal inzicht en kunt zelf een overzicht uitprinten van de cijfers die tot nu toe bekend zijn. U kunt natuurlijk ook zelf gemiddeldes uitrekenen, maar dat vinden wij niet belangrijk. Wij vinden het belangrijk dat uw kind de doelen behaalt die het moet behalen en dat er een overzicht is van alles wat uw kind op school doet.
Wij zijn er erg trots op dat wij op deze vooruitstrevende en vernieuwende manier u op de hoogte houden van de ontwikkeling van uw kind, en dat uw kind op deze manier zelf meer regie heeft over zijn/haar leerproces, waarbij het digitale vaardigheden toepast door zelf het portfolio aan te vullen.
Blog september 2021: inzet van de NPO-gelden
Na anderhalf jaar is Corona nog niet verdwenen, maar zijn we in onze samenleving wel weer zover dat we -wellicht soms met maatregelen- weer over zijn gegaan tot de orde van de dag. Corona en de maatregelen die daaruit voortvloeiden heeft op iedereen impact gehad. Twee keer een periode van schoolsluiting en thuisonderwijs heeft ervoor gezorgd dat het gewone onderwijs geen of beperkt doorgang kon vinden. De periode voor de zomervakantie hebben wij gebruikt om de opbrengsten in kaart te brengen. Welke opbrengsten verwachtten wij? Waren ze ongeveer hetzelfde of anders? Alle toetsen zijn uitgebreid geanalyseerd. Uiteindelijk zijn wij tot de conclusie gekomen dat het meevalt met de achterstanden, maar dat er in sommige groepen en op sommige vakgebieden nog wel winst valt te behalen. Met name de huidige groepen 4 en 5 zaten in een kwetsbare periode wat betreft het leesonderwijs. Op deze leeftijd zijn de leerlingen vaak nog niet zo zelfstandig en hebben ze nog veel sturing nodig. Tijdens de thuisonderwijsperiode werd ook vooral van de ouders met kinderen uit die leeftijdsgroep veel verwacht.De financiële middelen die de overheid ter beschikking stelt noemen we NPO-gelden. NPO staat voor Nationaal Programma Onderwijs. Iedere school in Nederland krijgt in schooljaar 2021/2022 €700 per leerling extra en in schooljaar 2022/2023 €500 euro per leerling extra. Dit geld is bedoeld om de achterstanden weg te werken. Hierbij kan een school kiezen uit een menukaart van interventies die bewezen werken. Er is onderzoek gedaan naar welke interventies leerwinst geven.
Interventies met de minste leerwinst zijn:
- Uitbreiding onderwijs
- Zomer- en lentescholen
- Inzet onderwijsassistenten / instructeurs
Interventies met de meeste leerwinst zijn:
- Feedback geven
- Metacognitie en zelfregulerend leren
- Directe instructie (https://www.nponderwijs.nl/interventies/directe-instructie)
Met directe instructie zijn wij de afgelopen jaren al intensief bezig door EDI (Expliciete Directie Instructie) in te zetten en ons team hierin te scholen. Metacognitie en zelfregulerend leren komt terug in ons digitaal portfolio en het projectmatig werken. Ook met het geven van feedback zijn wij actief bezig. Door veel met kleinere groepen te werken kunnen we onze leerlingen extra aandacht en ook gerichte feedback geven. Het is natuurlijk heel fijn dat er extra geld beschikbaar is gesteld. Lastig is wel dat het geld eenmalig is, en dus niet structureel ingezet kan worden. Vast personeel aannemen is dus lastig, want over twee jaar kunnen we dat waarschijnlijk niet meer betalen. Een bijkomend probleem is ook nog dat er op dit moment erg weinig personeel is. Kortom, er is geld, maar het uitgeven is niet eenvoudig. Gelukkig kwam onze stichting, de Laurentius Stichting, met een goed idee. Alle directeuren mochten een voorsoorteerplan schrijven. In dat plan staat beschreven hoe je nu alvast anticipeert op de situatie op je school over twee jaar wat betreft personeel. Gaat er bijvoorbeeld over 2 jaar iemand met pensioen, dan kun je daar nu al iemand op aannemen. In het voorsoorteerplan beschrijft de directeur ook welke onderwijskundige plannen zullen worden uitgevoerd en hoeveel geld daarvoor nodig is. Alles moet natuurlijk wel aansluiten bij de menukaart van het ministerie, want het uitgegeven geld moet ook verantwoord worden. Het voorsoorteerplan werd voor de zomervakantie geschreven, besproken met het team en in de Medezeggenschapsraad en ingediend bij het bestuur. Na een akkoord van alle partijen konden we onze plannen gaan realiseren. Deze plannen bestonden voor een deel uit extra personeel en voor een deel uit devices en scholing voor ons digitale portfolio. Daarnaast werden er ook extra leermiddelen besteld die nodig zijn voor de extra begeleiding van de leerlingen.Wij zijn heel blij en trots dat we in tijden van grote krapte op de onderwijsarbeidsmarkt toch personeel hebben weten te vinden wat graag bij ons werkt. Enthousiaste, betrokken en bevlogen mensen die een mooie aanvulling vormen op ons toch al geweldige team. We hebben ervoor gekozen om de jonge fulltime leerkrachten zoveel mogelijk voor de groep te zetten. Hierdoor hebben we dit schooljaar een evenwichtige groepsverdeling die duidelijk en overzichtelijk is, met vaak 1, soms 2 leerkrachten voor een groep. De parttime-leerkrachten staan ook voor de groep, maar hebben daarnaast vaak 1 dag ambulante tijd. Deze tijd wordt op verschillende manieren ingevuld:
- De leerkracht heeft een specialisme. Zo is juf Bianca bijvoorbeeld rekenspecialist. Zij staat op maandag en dinsdag voor groep 8. Op woensdag heeft zij tijd voor haar vakgebied rekenen. Zij kan zo de kwaliteit van ons rekenonderwijs borgen, andere collega’s ondersteunen en de opbrengsten monitoren.
- De leerkracht begeleidt (een) andere jonge leerkracht(en). Een leerkracht met ervaring, vooral in groep 3, is bijvoorbeeld juf Quinta. Zij begeleidt onze nieuwe fulltimer juf Danielle Develing zodat deze leerkracht goed ingewerkt wordt en de kwaliteit van het onderwijs in groep 3 gewaarborgd wordt.
- De leerkracht geeft extra ondersteuning in het cluster waar hij/zij ook werkzaam is. Zo is juf Leonie op maandag ambulant, en kan zij de twee groepen 8 ondersteunen en zo kinderen extra helpen. Juf Jaimy is op maandag ambulant, en ondersteunt zo de groepen 4. Op deze manier krijgen álle leerlingen uit een groep extra aandacht.
Het team heeft ervoor gekozen om vooral ondersteuning binnen de groep mogelijk te maken. Zo geeft de juf bijvoorbeeld een rekenles, en is er een extra leerkracht bij die kan helpen uitleggen en rondes lopen. Er is echter ook de mogelijkheid om leerlingen een periode RT (Remedial Teaching) te geven volgens een ingewikkeld rooster. Hierbij kunnen we rekenen op juf Annette, onze RT’er met veel ervaring, die bovendien ook een aantal vrijwilligers (gepensioneerden of ex-leerkrachten) aanstuurt. Daarnaast houdt juf Annette samen met Linda, onze Intern Begeleidster, in de gaten of de interventies die ingezet worden effectief zijn en of de plannen van aanpak goed uitgevoerd worden. In de onderbouw is er een extra onderwijsassistente aangenomen om ook bij de kleuters meer handen in de klas te hebben. Door de NPO-gelden kunnen wij de komende twee jaar in elke groep extra ondersteuning bieden en daarnaast hebben we een ‘flexibele schil’ zodat, mocht er een leerkracht ziek worden, er geen groepen naar huis gestuurd hoeven worden (tenzij er natuurlijk een enorme griepgolf komt, of Corona toch weer op gaat spelen). De manier waarop we nu werken zou eigenlijk de ‘normale’ manier moeten zijn, wij hopen dan ook op een kabinet wat deze extra gelden na de komende twee jaar structureel gaat maken, zodat uw kind blijvend kan profiteren van extra handen en extra ondersteuning.
Blog februari 2021: visie op toekomstgericht onderwijs
Wist u dat de Pius X al meer dan 100 jaar bestaat? Op de foto ziet u verschillende eerste stenen. De allereerste steen werd gelegd in 1915, voor de kleine katholieke dorpsschool naast de kerk. In schooljaar 1980/81 was het gebouw aan de Goudwinde klaar en verhuisden de groepen in optocht daarheen. Dit schooljaar is dus een lustrumjaar, wat we natuurlijk graag gevierd zouden hebben. Daarvoor hebben wel plannen, maar moeten we even afwachten hoe het zit met de corona-regels.
Van oudsher staat de school bekend als een traditionele, gedegen school met een goed pedagogisch klimaat. De laatste jaren hebben wij dit door onze vernieuwde visie weten om te buigen naar een moderne, toekomstgerichte school, maar... nog steeds gedegen, en ook nog steeds met dat fijne pedagogische klimaat (daarover in een volgende blog meer).
Doordat de directeur samen met twee leerkrachten een teammaster volgde over toekomstgerichte transitie kwam het hele team in transitie. Een pittige periode van twee jaar volgde, waarbij we werkten aan een professionele cultuur en met elkaar een visietraject in gingen.Wat voor een soort onderwijs wilden wij bieden de komende tien jaar? Hoe zorgden we ervoor dat ons onderwijs toekomstbestendig was? Hoe leerden onze leerlingen, de generatie van de toekomst, wat ze nodig hadden voor later? Een lastig proces, omdat op dat moment ons onderwijs goed liep, en de leerkrachten prettig werkten met het rooster en de methodieken die op dat moment gebruikt werden. Toch voelden we met elkaar ook de urgentie: de maatschappij was zo veranderd, ICT is niet meer weg te denken en leerlingen hebben andere vaardigheden nodig dan twintig jaar geleden.
Onderwijs is ook aan trends onderhevig. Een stevige visie weerhoudt een team ervan om 'met alle winden mee te waaien' en is wetenschappelijk onderbouwd en breed gedragen. Steeds meer scholen om ons heen gaan werken met 'Snappet', een mooi systeem waarbij de leerlingen op een tablet werken met rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen. De leerkracht heeft een monitor en zo steeds een actueel overzicht over wat alle kinderen doen. Het systeem maakt zelf een foutenanalyse en de leerling krijgt gelijk feedback of bijvoorbeeld de som goed of fout is. Een optimale vorm van digitaliseren.Om een goed oordeel te kunnen geven over hoe dit werkt hebben wij dit ook in groep 5 uitgeprobeerd. We zien zeker de voordelen van deze manier van werken. Omdat wij niet geheel digitaal willen werken hebben we er heel bewust voor gekozen om niet met Snappet te werken. Onze manier van werken wordt ook wel blended learning genoemd: de leerlingen leren van de leerkracht, uit boeken, maar ook digitaal.
Digitalisering is niet meer weg te denken uit ons onderwijs. Ook bij ons op school werken we in alle groepen met tablets, laptops en computers. De leerkracht werkt met een touchscreen en in de bovenbouw wordt met rekenen gewerkt met Gynzy. Dit is vergelijkbaar met Snappet. Het grote verschil is echter dat alle instructies door de leerkracht gegeven worden door middel van EDI (Expliciete Directe Instructie) en dat leerlingen werken uit een boek en werkboeken en schriften, en daarnaast ook met computers. Bijvoorbeeld om te automatiseren en natuurlijk om informatie op te zoeken of een werkstuk te maken. Werken en leren met pen en papier is wezenlijk anders dan op een computer. Kinderen (maar ook volwassenen!) leren beter met pen en papier, en lezen uit een boek is effectiever dan van een scherm (didactiefonline.nl/blog/paul-kirschner/lezen-en-leren-papier-of-scherm). Ook handschriftontwikkeling is heel belangrijk. Daarnaast zijn er ook richtlijnen voor de hoeveelheid schermtijd. Voor kinderen tussen de 8-10 jaar is dit 1 tot 1.5 uur per dag. In totaal, dus op school én thuis. (www.kliksafe.nl/blogs/mediaopvoeding/hoeveel-schermtijd-kind-gezond/). Dit is voor ons een belangrijke reden geweest om de online lessen tijdens de lock-down op te bouwen in lengte, en dus niet de hele dag online te zijn.
Een ander belangrijk punt in onze visie is dat wij vinden dat school een ontmoetingsplaats is waar kinderen leren samenwerken en samen spelen. In de banen van de toekomst is samenwerken en communiceren uiterst belangrijk. Als je alleen achter een scherm zit werk je niet samen. Overleggen in tweetallen of in een klein groepje, samen een project uitwerken en de taken verdelen, op die manier werken wij steeds vaker. Natuurlijk prima om daar een laptop bij te pakken om iets op te zoeken of uit te werken. De laptop is dan een middel, geen doel. Wij werken in de middag projectmatigwaarbij onderzoekend leren, zelf doelen stellen en eigenaarschap belangrijke thema's zijn.Omdat wij het belangrijk vinden dat onze leerlingen voldoende ICT-vaardig zijn hebben wij onze eigen ICT-leerlijn ontwikkeld. Zo leren onze leerlingen stapsgewijs de vaardigheden die ze nodig hebben en worden ze mediawijs.
Onze ontwikkelgesprekken en kindgesprekken zorgen ervoor dat onze leerlingen al van jongs af aan zelf leren nadenken over wat ze willen leren en hoe. Ze voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en voelen eigenaarschap. De kennis en vaardigheden die ze leren zijn niet meer te vangen in een traditioneel rapport. Daarom beginnen wij vanaf volgend jaar met een digitaal rapportfolio. Een digitale omgeving waarin leerkracht en leerling cijfers en foto's van werk kunnen uploaden en waar ouders waar ze dan ook zijn op in kunnen loggen om de vorderingen van hun kind te zien. Een mooie volgende stap in het vergroten van eigenaarschap en ons toekomstgericht onderwijs!
Blog november 2020: kwantiteit of kwaliteit?
Onze school is ooit begonnen als kleine dorpsschool naast de kerk. Toen we in 1979 een nieuw gebouw kregen in de nieuw aan te leggen wijk Boterdorp werd er een achtklassig gebouw neergezet, met twee grote kleuterlokalen en verder voor iedere groep een lokaal. Doordat er flink gebouwd werd in Bergschenhoek groeide de school uit haar jasje en werden er noodlokalen geplaatst. Ook werd er een tweede katholieke school geopend: de Willibrord. De directeur gaf toen leiding aan twee scholen. Door de opening van de tweede school bleef het leerlingenaantal een tijd mooi stabiel. Er waren soms drie, soms vier kleutergroepen en er was soms één groep 3 en soms een combinatiegroep. De prognose van de gemeente liet zien dat de grootste groei al geweest was en dat de school stabiel rond de 285 leerlingen zou blijven. Dit zijn ongeveer 12 groepen.Nadat we tussen 2008-2010 een aantal vernieuwingen hadden doorgevoerd en onze visie hadden herijkt, kreeg de school een steeds betere naam in de buurt. De scholen om ons heen zaten om verschillende redenen in onrustig vaarwater waardoor we steeds meer aanmeldingen kregen. Al snel bleek dat er voldoende aanmeldingen waren om steeds twee groepen 3 te kunnen vormen. We kregen standaard vier kleutergroepen. Ook werd de mooie nieuwbouw opgeleverd waardoor de school nog zichtbaarder werd in de wijk. De oudbouw werd volledig gerenoveerd en de school kreeg een mooie, moderne uitstraling met veel ruimte, transparantie en vrolijke kleurenIn de jaren erna groeiden de enkele groepen langzaam de school uit. Een simpel rekensommetje leerde dat dit betekende dat we ongeveer ieder jaar een groep zouden groeien. (het ene jaar één groep 5, het volgende jaar twee. Het jaar erna één groep 7, het volgende jaar twee) Zo groeide de school gestaag in 6 jaar tijd van 12 naar 16 groepen.Met 13 groepen zat het gebouw helemaal vol. Alle lokalen waren bezet, zelfs het multifunctionele lokaal wat door middel van een scheidingswand van de aula was gescheiden en wat geen ideaal klaslokaal was. Ook alle kapstokken, fietsenrekken en toiletjes, magazijnen, extra ruimtes en schoolpleinen werden optimaal gebruikt. Twee groepen werden vanaf 2017 gehuisvest in het gebouw van collega-scholen Vuurvogel en Boterdorp. Twee jaar lang kregen daar de twee groepen 6 les, tot het moment kwam dat de laatste enkele groep, groep 8, de school verliet, en we dus het jaar erna ook twee groepen 8 zouden hebben. Omdat we dit al geruime tijd zagen aankomen werd er op tijd een huisvestingsaanvraag ingediend bij de gemeente. Lange tijd was het onduidelijk of we extra lokalen zouden krijgen toegewezen in het gebouw van Vuurvogel/Boterdorp, of dat we wellicht weer noodlokalen bij de school zouden krijgen. Pas in januari 2019 kregen we te horen dat we het schooljaar erna gebruik mochten gaan maken van de lokalen aan de Noorderparklaan. Een pijnlijke beslissing voor de verschillende kleine ondernemers die in die lokalen hun winkeltje of praktijk hadden. Per 1 juni moesten zij eruit. Op 1 augustus mochten wij erin. Twee maanden lijkt best lang, maar er moest ongelooflijk veel gebeuren om het gebouw gebruiksklaar te maken. Het werd een race tegen de klok, met veel extra inzet en verhuizen in de zomervakantie (met 32 graden Celsius op de thermometer!) maar de groepen 6, 7 en 8 konden starten!Met het bestuur en in de MR is overlegd over de toekomst van de Pius X. Hoe groot willen we worden? Wat is een goede schoolgrootte? Hoe kunnen we voor stabiliteit zorgen en tegelijk onze uitstraling van warme dorpsschool behouden?Regelmatig krijgen we de vraag waarom we zo groot willen worden en tot hoever we door willen groeien. Het antwoord is tegelijk simpel en ingewikkeld. We willen niet groter worden, maar willen wel graag de leerlingen plaatsen die we aangeboden krijgen en ook de dubbele stroom behouden. Om de dubbele stroom te behouden hebben we ieder jaar een instroom van tussen de 50-58 kleuters nodig. Als deze kinderen naar groep 3 gaan kunnen we steeds twee groepen van ongeveer 25-28 leerlingen maken. (Er zijn ook altijd herfstleerlingen die langer kleuteren). Omdat we de afgelopen jaren vier kleutergroepen hadden zaten die vaak rond de kerst al vol en konden we niet meer kinderen plaatsen dan ongeveer 45 per jaar. Dit resulteerde in kleine groepen 3 van ongeveer 21 leerlingen. Ideaal voor de leerkracht, de kinderen en de ouders. Slecht voor de Piusportemonnee. De overheid financiert namelijk een leerkracht voor 26 leerlingen. Dit is dus het aantal waarop gestuurd moet worden. Vorig jaar en ook per aankomende januari hebben wij daarom een instroomgroep gestart. Vanaf januari komen daar alle kinderen in die 4 jaar worden tussen eind december en eind juni. Deze kinderen kleuteren daarna doorgaans nog twee volle jaren. Zo worden de kleutergroepen niet overvol en kunnen we toch voldoende kinderen aannemen om een stabiele en financieel gezonde tweestroom te behouden.In die zin is kwantiteit dus belangrijk en zelfs essentieel voor de kwaliteit, want op deze manier kunnen we de inzet van bijvoorbeeld vakleerkrachten gym en muziek, de intern begeleider, ICT' er en remedial teacher waarborgen.Door te kiezen voor een onderbouwlocatie met groep 1 t/m 5 en een bovenbouwlocatie met groep 6 t/m 8 komt iedere leeftijdsgroep goed tot zijn recht en wordt ieder kind gezien. Er is nog steeds veel persoonlijke aandacht en veel ruimte om te spelen en te werken en onze vernieuwd visie uit te dragen. Wij zijn er trots op dat het ons gelukt is om een toekomstbestendige school te creëren met ongeveer 400 leerlingen. Zowel toekomstbestendig wat betreft onze vernieuwde visie, als de mooie stabiele schoolgrootte met 16,5 groep, waarbij de kwantiteit dus ondersteunend is aan de kwaliteit.
Met vriendelijke groet,
Angelique te Braak
Directeur Pius X